Als metreleptine wordt voorgeschreven, moeten de volgende aandachtspunten besproken worden met de patiënt:

• Metreleptine moet elke dag op ongeveer hetzelfde tijdstip worden toegediend, ongeacht het tijdstip waarop de maaltijden worden gebruikt.
• De patiënt moet ervan op de hoogte zijn dat hij/zij contact moet opnemen met zijn/haar arts als er overgevoeligheid optreedt. De behandeling met metreleptine moet dan besproken worden.
• Als een dosis overgeslagen is, moet de patiënt metreleptine toedienen zodra dat wordt opgemerkt.
• Tijdens het gebruik van metreleptine moeten patiënten het dieet volgen dat door hun arts is aangeraden.
• Vrouwen moeten hun arts onmiddellijk op de hoogte brengen als ze vermoeden dat ze zwanger zijn.
• Vrouwen die zwanger kunnen worden moeten effectieve anticonceptie gebruiken voordat ze met metreleptine beginnen.
• Het gebruik van metreleptine mag niet plotseling stopgezet worden zonder de arts te raadplegen.
• Bij diabetespatiënten moet de bloedglucosespiegel nauwgezet worden gecontroleerd.
• Patiënten mogen metreleptine pas zelf toedienen als ze daarin getraind zijn en vertrouwd zijn met de bereiding en het gebruik ervan.

Deze punten vindt u ook in de checklist voor advies aan patiënten op pagina 10 van de brochure Risicominimalisatiemateriaal voor voorschrijvers, apothekers en verpleegkundigen over de risico’s van metreleptine.